Een tekening in meerdere exemplaren
Tekenen met een etsnaald in de zachte grondlaag waarmee de etsplaat wordt bedekt, lijkt erg op tekenen met pen op papier, waardoor de kunstenaar snel en vrij kan werken. De pleitbezorger van de etskunst Phillipe Burty noemde de ets dan ook ‘een tekening in meerdere exemplaren’.
Het spontane karakter van de ets werd in de tweede helft van de 19de eeuw door critici, schrijvers en uitgevers aangegrepen om de ets te promoten als de meest artistieke en expressieve prenttechniek.
De ets zou de beschouwer het dichtst bij het grillige handschrift en de intieme gedachten van de kunstenaar brengen.
Toegankelijk en vrij medium
Omdat etsen zo op tekenen leek, was het een relatief toegankelijk medium voor kunstenaars. Ze hadden weinig technische kennis nodig om aan de slag te gaan en lieten ook het meer ingewikkelde drukproces vaak over aan professionele drukkers als Auguste en Eugène Delâtre.
Er waren echter ook kunstenaars die zich volop verdiepten in de technische mogelijkheden van de etstechniek en het hele proces van ontwerp tot druk in eigen hand namen. Félix Buhot had een tomeloze experimenteerdrift en gebruikte niet alleen de lijnets, maar ook drogenaald, aquatint en roulette om tot verrassende, vaak unieke afdrukken te komen.
Verder lezen
Gabriel P. Weisberg, The Etching Renaissance in France: 1850-1880, tent.cat., Salt Lake City (Utah Museum of Fine Arts) 1971
Alison Mc Queen, The Rise of the Cult of Rembrandt. Reinventing an Old Master in Nineteenth-Century France, Amsterdam 2004
Ad Stijnman, Engraving and Etching 1400-2000. A History of the Development of Manual Intaglio Printmaking Processes, Houten 2012